Verbindende Verhalen

Het is nog geen vraag. Maar dat zou het wel moeten zijn. Van een Nobelprijslaureaat mag je immers verwachten dat hij, nu de Pax Americana ten einde loopt, nadenkt over welk toekomstbeeld de hoop van Europa verbeeldt.

En kom me niet aan met Schillers gedicht. Hij zou zich in zijn graf omdraaien om de naïviteit van degenen die niet begrijpen dat zijn woorden weinig bruikbaar zijn na een eeuw van imperialisme en vervolgens een eeuw van Amerikaans winstbejag.

Wij moeten zelf aan de bak. Zoals Churchill ooit met zijn toespraken over bloed, arbeid, tranen en zweet de strijdlust aanwakkerde om de tirannie van de nazi’s te verslaan. Zoals Roosevelt de wereld inspireerde met zijn woorden over de vier vrijheden. Zelfs Chaplins toespraak in The Dictator mogen we ons ter harte nemen. Zijn woorden waren een oproep tot menselijkheid in een wereld waar hebzucht en onderdrukking dreigden te overheersen. Niet de machines, niet de macht, maar de harten moeten spreken. De vrijheid om te denken en te voelen, om te streven naar broederschap in plaats van overheersing – dát mogen we uit zijn boodschap meenemen.

Onze lange Europese geschiedenis kent talloze hoogtepunten en nog meer dieptepunten. Al die momenten moeten we betrekken bij onze zoektocht naar een leidraad voor de toekomst. Maar het vertrekpunt moet de keuze voor vrede zijn. Niet het kille rationalisme van Von Clausewitz, niet het abstracte idealisme van Kant, maar een middenweg die respectvol toont hoe wij de mensheid waarderen, in al haar veelkleurigheid.

Willen wij op de Europese heuvels een licht laten stralen —een baken, zoals Amerika ooit zag in het ideaal van de City upon a Hill— dan kunnen we niet voorbijgaan aan de Europese verscheidenheid, die ons inspireert om verder te kijken dan verdeeldheid en samen een gedeelde toekomst te verbeelden. Niet de dualiteit van zwart of wit, vriend of vijand, slavernij of overheersing moet ons denken bepalen, maar de waarden voorbij goed en kwaad.

De verwachtingen van de geest en de oprispingen van het lichaam moeten we omarmen in de overtuiging dat onze hoop voortkomt uit het geheel. Zie de mens—een oproep om zowel onze zwakte als onze kracht te erkennen, om vrijheid en verantwoordelijkheid te laten verbroederen.

Natuurlijk zal het slechts een kwetsbaar streven zijn. Een koers uitzetten richting de toekomst is nooit zonder gevaar. Maar laten we de lessen van de oudheid—van Griek tot Feniciër—en die van de middeleeuwen, de renaissance, de verlichting en het postmodernisme insluiten. De Grieken, met hun zoektocht naar wijsheid en democratie; de Feniciërs, met hun handelsnetwerken en pragmatische diplomatie. En laten we ook de Pax Hadriana in herinnering roepen: de vrede van een Romeinse keizer die begreep dat stabiliteit niet in eindeloze expansie lag, maar in het beschermen van grenzen en het respecteren van verscheidenheid binnen het rijk.

Alleen zo vinden we een veilig heenkomen dat rekening houdt met zowel opoffering als gelukzaligheid. Laat hoop en respect de dialoog voeden. Een Pax die de ander erkent als vreemdeling, wiens verhalen ons leren dat vreedzaam samenleven mogelijk is—als we durven te vertrouwen. Maar laten we beginnen met helder te zijn over wat ons verbindt op weg naar die onbekende toekomst. Tot heil en zaligheid van allen die vrede tot maatstaf en leidraad beminnen.