Een nar in het land der formulieren
Over enkele weken krijgen 150 mensen te horen of ze de komende jaren tot nieuwe hovelingen worden benoemd. Een hele eer natuurlijk. En we zijn hier aan het Hof alles gereed aan het maken.
Via mijn narren die hun diensten bewijzen bij hun aanvoerders hoor ik nu al dat de kandidaten er zin aan hebben. Eentje heeft zelfs al een spreadsheet gemaakt met zijn verwachtingen. In kleur.
Dat begrijp ik wel. Lang geleden heb ik het ook wel eens overwogen. Aan wetten en regels maken, zit iets heel bijzonders. Net als de broodjes bij de banketbakker, of de hamlap bij de slager, je begint met iets heel simpels en dan ontstaat langzaam een compromis tussen je handen en je hoofd. Natuurlijk. Wij hier aan het hof werken vooral met het hoofd. En dat kan geestdodend zijn. Maar toch, tot een compromis komen, het is als het deeg rijst of het geslachte rund in mooie stukken snijdt.
Want ook daar gaat het om de ruimte die zich openbaart.
Het vakmanschap van een politicus is als de slager-kok Ding. In de parabel van Zhuang Zi maakt deze brave man duidelijk hoe hij al 19 jaar zijn mes niet heeft geslepen, maar nog altijd precies de ruimte vindt waar het mes – dat geen omvang kent – kan binnen dringen. Bij een ingewikkeld punt aanbeland, houdt hij zich voorzichtig in. Hij kijkt goed, en gaat langzaam te werk. Door heel zachtjes het mes te bewegen, valt het vlees plots van het bot.
Daar ik heb gekozen voor de opleiding tot Nar kan ik weinig vertellen over het in elkaar draaien van compromissen die het fundament vormen van goede, doordachte wetten. Ik stel me voor dat een goede staatsman ook de toestand van volk bestudeert, naar de samenstelling van zijn afvaardiging kijkt, en ziet waar de ruimte zit om tot de grootst mogelijke overeenstemming te komen. Dan, rats, zet hij de toon en concludeert dat wat eigenlijk iedereen had verwacht.
Aan het Haagse Hof zijn er zo meerdere mannen en vrouwen die het vakmanschap door jaren oefening beheersten. Niet door hun ego geleid, zetten zij desondanks voor jaren een koers uit dat op groot draagvlak kon rekenen.
Nu staan we aan de vooravond om weer nieuwe heren en dames te mogen begroeten. Allemaal met dezelfde passie voor goed bestuur. Met het plezier er in om als afgezant het volk te leiden. Natuurlijk voelen zij deze verantwoordelijkheid.
En om hen voor zwaarmoedigheid te behoeden, heeft de Koning mij gevraagd om direct bij aankomst van de nieuwe lichting Hovelingen hen de cursus ‘Lichtvoetigheid met een Lach’ aan te bieden.
Ik zei natuurlijk meteen ja. Lachen kan ik als de beste! Grappen, grollen, capriolen – het zit allemaal in mijn gereedschapskist. Ik had zelfs al een programma bedacht: ’s ochtends beginnend met een vrolijke rondedans, gevolgd door de kunst van het ironische handgebaar, en afgesloten met een workshop ‘Glimlachen tijdens begrotingsdebatten’.
Simpel. Effectief. Geniaal, als ik het zelf mag zeggen.
Maar toen kwam ik in aanraking met het Departement voor Aanbestedende Diensten.
Eerst was er het formulier. Formulier AHD-2024/LC/V1.3 om precies te zijn. Zeventien pagina’s. Ik moest invullen wat mijn ‘propositiewaarde’ was, wie mijn ‘stakeholders’ waren, en wat de ‘KPI’s voor de deliverables’ zouden worden. Bij vraag 8 (‘Geef middels een SWOT-analyse de risico’s aan van uw interventie’) begon mijn linkeroog te trekken.
Mijn concept kwam terug met 47 rode opmerkingen. Eén daarvan luidde: “De term ‘vrolijke rondedans’ is onvoldoende SMART geformuleerd.”
De Directeur – een vriendelijke vrouw met een bril aan een ketting – adviseerde me een tussenpersoon in te schakelen. “Meneer Jansen is gespecialiseerd in culturele trajecten binnen overheidscontext,” zei ze bemoedigend. “Hij heeft vorige maand nog het Kerstdiner geoptimaliseerd.”
Meneer Jansen kwam met zijn laptop. Hij had een PowerPoint. Dia 1: “Naar een geïntegreerde visie op lichtvoetigheid.” Dia 2: “De lachpiramide van Maslow.” Dia 3: “Benchmarking internationale hofnarren (Denemarken scoort hoog).”
“U heeft geen communicator,” constateerde hij na dia 11.
“Moet dat dan?”
“Het is best practice. Mevrouw De Vries kan u helpen met de narratieve positioning.”
Mevrouw De Vries kwam met haar eigen PowerPoint. En met de mededeling dat ik de fase ‘co-designing’ had overgeslagen. “U kunt niet zomaar een cursus voor de hovelingen maken. U moet de cursus met de hovelingen maken. Participatie is key.”
Ze kende iemand voor participatietrajecten. Die kende iemand voor procesbegeleiding. Die kende iemand voor de evaluatiecyclus.
We zaten inmiddels met z’n zevenen aan tafel.
“Als we dit goed doen,” zei iemand van wie ik de naam alweer vergeten was, “kan dit uitgroeien tot een jaarlijks terugkerend ritueel. Een soort Hofnarrenfestival. Met workshops, masterclasses, keynote speakers. We nodigen Ierse hofnarren uit. We maken er een tweedaags event van. Hotelaccommodatie, catering, goodiebags met je eigen logo erop.”
“Dan moeten we wel de kostenplaat verhogen,” zei Meneer Jansen. “Anders lijkt het niet serieus.”
Iemand opende een Excel-sheet. De kosten werden berekend: facilitair, personeel, communicatie, externe inhuur, evaluatie, en een post ‘onvoorzien’ die groter was dan mijn oorspronkelijke begroting.
“Mooi,” zei de Directeur. “Nu nog even door het Integraal Afwegingskader. En de Commissie Maatschappelijke Effecten moet er ook naar kijken. Dan kunnen we – als alles meezit – over achttien maanden starten met de pilot.”
Achttien maanden.
Voor een cursus lachen.
Ik zit nu op mijn kamertje naar het plafond te staren. Mijn narrenpak hangt slap over de stoel. De belletjes bellen niet meer. Ze zijn stil geworden van schaamte. Of van administratieve vermoeidheid, ik weet het niet precies.
Mijn mes – dat geen omvang had, dat tussen de gewrichten door gleed, dat nooit geslepen hoefde te worden – ligt bot en roestig in de hoek. Ik heb geprobeerd het tussen de spreadsheets door te laten glijden, maar Excel kent geen gewrichten en geen lachspieren. Alleen cellen. Duizenden cellen.
Frivoliteit en de gulle lach zijn reeds bezweken. Gisteren ontving ik alweer een nieuwe mail: “Concernbreed afstemmingsoverleg transitie Lichtvoetigheidsproject – graag voor woensdag a.s. uw input.”
Mijn input.
Ze willen mijn input.
Ik ben een nar, godeloosdomme. Mijn output is een lach en een grap en een handstand. Mijn input is… is…
Ik weet het niet meer.
Drie dagen lang heb ik nog geprobeerd mee te bewegen. Ik heb nota’s gelezen, overleggen bijgewoond, stakeholders geïdentificeerd. Ik heb zelfs een visiedocument opgesteld: “Lachen 2.0 – een toekomstbestendig framework.” Maar vannacht, toen ik droomde dat ik een SWOT-analyse moest maken over de belletjes aan mijn narrenmuts, wist ik: dit is het moment om te vluchten.
U moet mij daarom vergeven als ik me terugtrek. De herfstvakantie biedt een goede gelegenheid om me af te wenden van dit doldwaze gekgeworden Hof. Misschien ga ik wel naar Ierland. Een beetje Guinness drinken en aan gobelins en leprechauns vragen hoe ze die vreselijke Britse bureaucraten eeuwenlang gekieteld hebben.
U ziet mij verschijnen als ik daar zelf zin aan heb. Want hoe graag ik de Koning ook mag, ik ben mijn eigen meester: “Self-reliance is my middle name”.
En als ik terugkom, zie ik mezelf al zitten: in de wijnkelder, gierend van het lachen met de nieuwe lichting hovelingen. Zonder formulieren. Zonder tussenpersonen. Zonder SMART-doelstellingen.
Gewoon: een vrolijke rondedans en de kunst van het ironische handgebaar.
De Directeur zal vragen naar mijn formulier VER-2024/HV/AFWEZIGHEID.
Maar dan haal ik snel het nieuwste Koninklijk Besluit tevoorschijn: “VRIJGELEIDE VOOR DE HOFNAR DOOR ALLE BUREAUCRATIEHOEPELS”. Lachend ondertekend door de nieuwe Raadspensionaris die snapt dat je soms met woorden moet toveren om de werkelijkheid naar je hand te zetten.
En dan dank ik haar sierlijk met een buiging die de belletjes aan mijn muts zachtjes doet rinkelen.
Resonanties in deze Narrensprong:
- Zhuang Zi, Parabel van kok Ding: https://wimhutten.nl/wp-content/uploads/2018/01/Slager-kok-Ding.pdf
- Narrensprong: Als een koppelaarster roodgloeiend rinkelt de nar tot de macht
- David Graeber, The Utopia of Rules: On Technology, Stupidity, and the Secret Joys of Bureaucracy (2015) – https://en.wikipedia.org/wiki/The_Utopia_of_Rules
- Franz Kafka, Het Proces (1925) – https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_proces
- Ralph Waldo Emerson, “Self-Reliance” (1841) – https://en.wikipedia.org/wiki/Self-Reliance





Ja zo werk de maatschappij hoe kun je er zo veel mogelijk mensen bijhalen hoezo duur😜