Beste Mark,

Ik was even te gehaast voorbijgerend, terwijl je je zaterdagse koffie bestelde. Ik zag zo geen kans om een glimlach te vertonen. Ik weet het: een hofnar moet altijd paraat staan en zorgen voor de lach op het juiste moment. De clou moet op het ‘moment suprême’ gemaakt worden. Niet te vroeg en zeker niet te laat. De bulderlach vanuit het publiek duldt geen verspilling van momentum.

Een herkansing is kansloos, want je ziet nu niet langer het bijbehorende gebaar, de kleine knik en de sprankelende ogen van bewondering. Weet echter dat mijn glimlach goed bedoeld zou zijn geweest. Het was er een vol van erkenning.

U kent mijn lachen: de schaterende, de opgeschrokken, of het aanstekelijke gehinnik van twee geliefden. Maar er is ook één lach die slechts wordt gemaakt door een klein gebaar. Als een diepe buiging van de nederigste edelman aan het hof, maar dan een die gemeend is. U weet inmiddels toch dat mijn normale buiging aan het hof slechts een schertsvertoning is? “Van wie niet”, hoor ik reeds als uw repliek. Toch wil ik u mijn erkentelijkheid voor het afgelopen jaar betonen. En welk middel beheers ik dan het beste als het niet de lach betreft!

Met juist deze lach wilde ik u aan het einde van een zwaar politiek jaar, de dankbaarheid overbrengen voor uw politieke rust en doelmatig optreden richting uw publiek. Voor uw kronkelige waaghalzerij en uw zeepgelaat waar de Nederlanders zo gewend aan zijn geraakt. Het geeft een vertrouwenwekkend gevoel dat alles wel goed zal komen. Dezelfde lach is bedoeld voor al die ambtenaren die zich hebben ingespannen voor het land.

Juist deze erkennende lach wordt te weinig van stal gehaald. Mensen zouden hun dankbaarheid meer naar elkaar mogen uiten. Richting de kassajuffrouw die zo vriendelijk lacht, richting de pakjesbezorger die voorbij snelt en zelfs richting de burgemeester, die soms ook met haar handen in het haar het goed probeert te doen.

Trouwens, dat bedenk ik me nu pas. Misschien heb ik die lach wel van u geleerd! Ook u kunt zo mooi een waarderende aai over de bol geven, terwijl u daarbij zo mooi en verfijnd glimlacht.

Bravo!