De winkelstraat is een bron van inspiratie. Zelfs de lege etalage van een verlaten winkel vertelt een verhaal. De twee ramen kijken je als verlaten oogkassen aan. Het herinnert je aan de blik die ze ooit gunde op een andere wereld. Tegelijk geldt nog altijd: aanbod creëert vraagt.

Nu de reclameborden zijn weggehaald, komt de oude glorie van het pand terug. Je kijkt omhoog naar de magnifieke gevel. Art Deco, verfijnd afgewerkt met glas en lood en stoere wachters. Welke winkelier zou hier ooit met gepaste trots voor de eerste keer zijn etalage hebben ingericht? Op die manier een toonbeeld willen geven op zijn uitstalling vanuit over de gehele wereld. Hoe zou hij elke ochtend vroeg de voorraad naar binnen hebben gedragen en ’s avonds na het vegen van de stap, met trillende benen de trap omhoog hebben gelopen? Op weg naar het bovenhuis waar zijn voetenbank en zijn vrouwelijke wederhelft op hem wacht. Net als de boterham. Want in die tijd at je warm in de middag. De winkel even een uurtje op slot.

Lopend door de hedendaagse winkelstraat schiet zo maar de sentimentaliteit in je ogen: van een verleden dat nooit is geweest wel te verstaan. De geur van goedkoop junkfood komt nu pas bij je binnen. Juist op tijd, want je krijgt al trek naar al dat geslenter.

Kent u die uitdrukking: aanbod creëert vraag?

Kent u die uitdrukking: aanbod creëert vraag?

Vast en zeker wel. We zijn immers omgeven met dat gegeven uit de economische theorie. Van de jongeling die op Fortnite digitale punten spaart tot de lokale Albert Heijn. Met hamsters of met zegeltjes creëert die oude kruidenier het aanbod waarvan de klant in de ochtend nog niet had bedacht dat het toch wel nuttig zou. Ook zijn er in de hedendaagse winkelstraat volop voorbeelden van eettentjes.

U wist natuurlijk nog niet dat u tijdens het nutteloos shoppen – immers morgen komt de bezorger met die nieuwe schoenen – hongerig zou worden. Maar de geur van hotdogs zorgt er zo juist voor dat u tegen de lieftallige partner zegt: “Ook zo zin in een patatje oorlog?

In het hedendaagse overheidsapparaat kennen ze hopelijk ook het principe. Ja inderdaad, ik twijfel enigszins. Het jaarlijkse Nieuwsjaarsbericht van de Hoofd Economie ging er immers niet over. Toch worden de burgers verslaafd gemaakt aan overheidsdienstverlening. Van een gratis scooter (na inname van een bepaalde hoeveel kilojoule) tot aan de zorg voor uw kroost (na een bepaalde hoeveelheid decibel van al dat geschreeuw). “We bedienen slechts wat de burgers behoeven”, zo hoor ik al het gemopper. Juist, dat zegt die lieftallige kruideniersvrouw van de Albert Heijn tijdens de reclame ook. Innovatieve dienstverlening moet er voor zorgen dat het nog vlotter wordt toegediend. U vraagt, de overheidsambtenaren draaien stevig door. De Wet van Baumol is tegenwoordig op volle toeren van slag.

U vraagt, de overheidsambtenaren draaien stevig door