oude typemachine

Na de vondst van een reuzenteek werd er intensief onderzoek gestart naar dit bijzondere beest dat verzot is op mensenbloed. Eerder had de Natuur ook al een dier emotioneel-evolutionair zo veranderd, opdat ze mensen verslonden door het drinken van hun bloed. Ze konden er niet van af blijven en een kleine zwerm was genoeg geweest om de mensheid wat gezonder te maken…

Er was wederom te veel hoogmoed en betweterigheid tegen Moeder in de aderen van de mens gaan stromen. Als difterie en cholera verspreidden deze twee eigenschappen zich razendsnel. Genezing van de mensheid werd onmogelijk. Zelfs de eerdere verscheidenheid in cultuur en DNA met ethische en etnische verdeeldheid tot gevolg, bleek een te lage barrière. Een harde ingreep was vereist..

Al eerder had ze de rat er op uit gestuurd. Met zijn pestbacterie in het bloed waren ze als een zwarte dood rondgetrokken. Een kleine beet, voorgebracht uit zijn de behoefte naar een druppel bloed, bleek voldoende om de ziektekiemen te verspreiden. 

Met de vleermuizen ging Moeder een stap verder, want zij had zich moeten wapenen tegen de gevorderde technieken van de mensheid die nu de basisbeginselen van de evolutie hadden ontdekt. Bacteriën en virussen wisten de armoedigen al te onderscheiden van hocus-pocus. Hoe nu dus de mens net iets te slim af te zijn? 

Er moest meer bloed afgetapt worden, dat was duidelijk. De bloeddorst moest groter. En een mooi romantisch verhaal om zo de gruwelijkheid van het sterven terug te brengen. De mensen vergaten te vrezen. De angst was te mild. Luguber moesten daarom doodse mensen onder hen kunnen gaan leven. Het verhaal van een eerdere bloeddorstige graaf die mensenlevens op het slagveld verslond, kwam daarom goed van pas. De nietigheid van het individu door amoreel gedrag kon mooi dienen als een excuus voor hun eigen bloeddorstigheid tijdens oorlogen, massamoorden en slachtpartijen. 

Het begeleidend verhaal was klaar. De dieren werden losgelaten met natuurlijk de beperking van maximaal vier reproducties. Daarna zou de soort uitsterven. Ook daar dacht Moeder aan. Toeval had haar getoond hoe hij dat met ‘kanker’ had gedaan. Hij was immers anders dan zijzelf nietsontziend en kon te keer gaan als een wild beest. Met moeite en met behulp van Liefde had zij Toeval in haar vorig leven amper kunnen verslaan.

Na de rat, kwam zo de vampier. Hij had een centiliter bloed voldoende gevonden. Pijnlijk voor slechts een half uur. Minder dan de prik van de bloeddorstige mug die  slechts als een speldenprik de mens wakker kust uit hun hoogmoedige dromen over hoe ze Moeder kunnen evenaren. 

Gelukkig was daar tegelijk een kleine dosis warmte en genegenheid waarmee de bijt samen viel. Een waas van roze en romantiek begeleidde de tanden van de vampier. Dat was een kleine innovatie van Moeder die ze – nu ze de mens steeds beter kon doorgronden met hun zonden, vrijheden en kleinburgerlijkheid – had bedacht. 

Liefde verbond hen aan elkaar buitengewoon. Zeker met steun van haar vriendin  Eros waren de geliefden voor even ‘het padje af’. Slechts in ruil van een centiliter bloed, overmanden hen het gevoel van een liefdevolle gevoel. Je kon een slechtere deal hebben, toch?

Ja, toch wel. Want helaas was het effect van deze bloeddonatie dat een kind baren, was uitgesloten. De liefde richting haar partner zou slechts platonisch zijn. Geen zicht op de eeuwigheid door het verwekken van nageslacht. De bloedlijn van beide families zou hier en nu beëindigd worden. Klaar, over en sluiten. Kinderloos.  Verloren de kans om op te voeden, op te groeien en op te bloeien. 

Nu moest Moeder er weer aan de pas te komen. Het was wederom zover. Van kwader tot erger had de mensheid haar getrotseerd. Kon zij het zelf nog wel aan? Had ze trouwens niet te lang getreuzeld om in te grijpen? De mechanisatie en materialisatie had het individu al verkleind tot een zieltogende consument. Het zou er nu omspannen of het laatste stadium van zielloosheid niet al  spoedig zou aanbreken. Met een arm om de ziel ronddwalen in een winkelstraat, is toch wat anders dan dat de Dood definitief macht krijgt over de ziel. Zijn slachtoffers zouden voorgoed de kans missen om de Hemel te bereiken; vernieuwd en verkwikt te worden door het Licht en herboren terug te komen in een bezield lichaam. 

Dood, haar erfvijand, was bezig met een stevige opmars. Hij mocht niet versnellen. Ze moest snel in actie komen. Dus vandoor de reuzenteek. 

Bloeddorstigheid in al zijn traagheid, behoeft de teek het dubbele als de vampier van weleer om Moeders gebod uit te voeren. Als een mens dat al niet kon zien als een teken voor zijn gebrek aan eigenliefde, dan had de teek de juiste beetgenomen. Bij elk normaal mens, met een gezonde dosis zelfliefde, zou tijdens het douchen het groeiende puntje zichtbaar zijn. Opzwellend, zowel binnen het lichaam als naar buiten. 

Moeder Natuur was nu wel klaar met die mensen die niet om zichzelf gaven. Blind zijn voor dit teken, betekent blindheid voor wat er om hen heen gebeurt. Gelukkig had ze het antiserum verbeterd. Ze kon nu steeds meer Liefde toevoegen. Met dank aan de nimfen die haar tijdens deze zoektocht geholpen hadden. Hun idee om langzaam de persoon weer een gloed van hoop te geven, was briljant. Al bloedzuigend gaf de teek zelfvertrouwen terug. 

De schouders zouden zich oprichten, de blik zou de ander treffen, de zenuwen net een tikkeltje gevoeliger voor feromonen en daarnaast een flinke toename aan energiegolven. De persoon aan de andere kant van de tafel zou al snel een vriend of zelfs een geliefde zijn. Van onbekend en onbemind tot bemind en bekend. Edelmoedigheid zou de plaats in nemen van eigengerichtheid. Weg met het verzet tegen de Natuur, tegen de energie van organische vernieuwing en opstanding.

Natuurlijk kon deze liefdesdrang leiden tot nog meer mensen. Tot meer overbevolking. Maar dat is niet zoals Moeder zelf doorwerkt in de menselijke natuur. Juist doordat het wezen zichzelf weer herkent, herkent het de ander en herkent het ten volste de waardigheid van hun kind. 

Dat kind wordt niet langer gemaakt, maar geboren uit erkenning tot zichzelf. De moeder en de vader zijn verheugd en zorgen met trots en eerbied voor het kind. Een waarlijk geschenk van Moeder Natuur. Een tweede of derde kind zal met net zo’n Liefde overgegoten worden. En daarmee verdwijnt de onkunde om met Moeder samen te leven. Zij zal er altijd zijn. Wederom als Overwinnaar op de Dood en het Toeval. Dankzij haar vriendinnen. Na de slag met de inzet van Eros’ vampiers, waren de nimfen van de Liefde nu haar strijdmakkers. Nu kan ze ongeketend de laatste strijd aan. Als herboren, zal de mens Haar weer zien staan. Zonder kwaad in de zin, zullen zij haar, Moeder Natuur, in volle glorie aanschouwen en aanbidden.